Welzijn

Welzijn

De afgelopen jaren is er op subsidiegebied het nodige veranderd. Met de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), komt aan deze veranderingen voorlopig geen einde. Een kleine tien jaar geleden was de exploitatiesubsidie de meest voorkomende manier waarop het welzijnswerk werd gesubsidieerd. De stichting krijgt hierbij op grond van afspraken uit het verleden een bepaald bedrag aan subsidie. Meestal wordt hieraan een bepaalde (goedgekeurde) personeelsformatie gekoppeld. Vaak worden personele kosten op werkelijke kosten afgerekend, mits de stichting binnen de goedgekeurde personeelsformatie blijft. Voor niet-personele lasten wordt een vast bedrag vastgesteld. Tekorten worden niet aangevuld, overschotten gaan terug naar de subsidiënt.

Budgetsubsidie

Halverwege de jaren negentig kwam de budgetsubsidie in zwang. In plaats van een splitsing naar personele en niet-personele lasten, wordt één subsidiebedrag vastgesteld. De stichting kan zelf bepalen aan welke kostensoorten het geld wordt uitgegeven. Overschotten mogen tot een bepaald maximum (percentage van het subsidie) worden gereserveerd, tekorten worden niet aangevuld. Een uitzondering wordt gemaakt voor tekorten bij de personele lasten, die worden veroorzaakt door CAO-ontwikkelingen of -afspraken. In een overeenkomst tot budgetsubsidie, die in tegenstelling tot de overeenkomst tot exploitatiesubsidie vaak een langere looptijd heeft, kunnen productieafspraken worden gemaakt. Binnen een zekere bandbreedte (5 á 10 procent) mag van deze afspraken worden afgeweken. Valt de productie lager uit dan deze ondergrens, wordt er subsidie teruggevorderd.

Volledige productbegroting

Een stap verder is een volledige productbegroting, waarbij per product (overigens meestal een dienst) afspraken worden gemaakt met de subsidiegever. De werkzaamheden van de stichting worden gesplitst naar de verschillende activiteiten (diensten of producten) en per activiteit wordt een deelbegroting gemaakt, waarbij de overheadkosten worden toegerekend. Aangezien het meestal om diensten gaat wordt meestal toegerekend naar een uurtarief. Dit uurtarief en het bijbehorende aantal uren leidt dan tot een budget per activiteit.

Beleidsgestuurde contractfinanciering

Hierop voortbordurend is de beleidsgestuurde contractfinanciering (BCF) ontstaan. De verschillende activiteiten (over het algemeen spreekt men ook hier van producten) worden net als bij de productbegroting voorzien van een uurtarief. In overleg met de subsidiegever wordt de ureninzet bepaald, waarbij de subsidiegever - al dan niet op aangeven van de stichting - prioriteiten kan stellen. Door gerichte vastlegging van gegevens en een activiteitgerichte rapportage, moet BCF niet alleen leiden tot een betere financiële afrekening, maar moet het ook de effectiviteit van genomen maatregelen aantonen en kan het als uitgangspunt dienen voor nieuwe (beleidsgestuurde) contractafspraken. Idealiter wordt de personeelsformatie niet als gegeven beschouwd, maar ontwikkelt deze zich mee met de bevolkingssamenstelling van de stad, plaats of het gebied dat de stichting bestrijkt. Bij het algemeen maatschappelijk werk wordt gewerkt met de norm van 1 fulltime maatschappelijk werker op 6.000 inwoners. Bij een toenemend inwoneraantal komt “automatisch” extra formatie maatschappelijk werk beschikbaar. Gegeven de vergrijzing is het niet meer dan logisch het ouderwerk op soortgelijke wijze te koppelen aan het aantal inwoners boven een bepaalde leeftijd.

Wet Maatschappelijke Ondersteuning

Het - voorlopige - sluitstuk in de ontwikkeling van subsidiesystemen vormt de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. De Welzijnswet, de Wet voorzieningen gehandicapten en delen van de AWBZ worden ondergebracht in de WMO. Binnen de WMO zijn een aantal prestatievelden gedefinieerd, waarvoor de gemeente verantwoordelijk wordt gesteld. Eén van de ontwikkelingen zal zijn dat een gemeente niet langer alle diensten of producten afneemt bij de binnen de gemeentegrenzen opererende welzijnsorganisatie, maar uit meerdere aanbieders de meest geschikte kiest, via openbare aanbesteding. Ongeacht de snelheid van invoering van de WMO en de mate waarin gemeenten het beleid hier op aanpassen, mag duidelijk zijn dat het welzijnswerk op korte termijn een meer zakelijk, meer op de productie of dienstverlening gericht (financieel) beleid zal moeten gaan ontwikkelen. Uiteraard kan AkwA ongeacht de subsidiesystematiek ondersteuning bieden. De medewerkers van AkwA hebben diensten verricht voor grote welzijnsorganisaties, waar alle verschillende takken van welzijnswerk voorkomen, maar ook voor gespecialiseerde organisaties (maatschappelijk werk, ouderenwerk, vluchtelingenwerk, peuterspeelzaalwerk e.d.). Door de grote diversiteit aan cliënten en een bijbehorend aantal gemeenten en subsidieregelingen, hebben de medewerkers van AkwA in de loop der jaren de nodige expertise opgebouwd op het terrein van subsidiesystematiek. Tevens is ervaring opgedaan met gegevensvastlegging voor verschillende subsidiënten, zoals Gemeente, Provincie, Rijk, ESF en diverse fondsen, waarbij het zowel om projectsubsidies als reguliere subsidie kan gaan.

Wilt u meer informatie?

Neem dan vrijblijvend contact met ons op.